Dossier zzp: ‘Belangrijk om arbeidsrelaties in beeld te brengen’
Sinds de Belastingdienst heeft aangekondigd vanaf 1 januari 2025 weer actief te controleren op schijnzelfstandigheid vanuit de wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie), ligt het onderwerp onder een vergrootglas.
Waar moeten werkgevers op letten als zij met zzp’ers werken? En wat gaat er veranderen? Advocaten Mark van de Laar en Christiaan Riemens van Capra advocaten geven uitleg en tips.
Wanneer is er sprake van schijnzelfstandigheid?
Bij schijnzelfstandigheid voert iemand een opdracht als zelfstandig ondernemer (zzp’er) uit, maar is er volgens het arbeidsrecht eigenlijk sprake van een dienstverband. Dit mag niet. De fiscus zal dan uitgaan van een dienstverband. “Zzp is geen juridisch begrip”, legt Mark van de Laar uit. “De vraag is daarom: wanneer spreken we over een (arbeids)overeenkomst en dus een dienstverband, en wanneer gaat het om een (zzp-)opdracht? De Belastingdienst geeft vanuit de wet DBA drie belangrijke kenmerken wanneer er sprake is van een dienstverband:”
“Je kunt zo ook gelijk de kenmerken van een zzp’er benoemen”, geeft Mark van de Laar aan. “Een zzp’er bepaalt zelf hoe het werk wordt uitgevoerd en er is een grote mate van zelfstandigheid, waardoor er geen sprake is van gezagsverhouding. Vraag is ook: kan diegene zich laten vervangen? Een zzp’er stuurt daarnaast facturen, waarbij er vaak sprake is van een hogere vergoeding dan iemand in loondienst, vanwege investeringen zoals de aanschaf van materialen. Daarnaast voeren zzp’ers vaak meerdere opdrachten uit voor verschillende opdrachtgevers.”
Werkelijke situatie is leidend
“Het gaat hierbij niet zozeer om wat er op papier staat”, vult Christiaan Riemens aan. “Stel je bent schoonmaker, en je zegt zzp’er te zijn, en in de opdracht staat dat je eigen materialen meeneemt. Maar in werkelijkheid zet de opdrachtgever een karretje met schoonmaakmiddelen klaar die niet van jou zijn, dan telt dat kenmerk mee bij de beantwoording van de vraag of je door de Belastingdienst als zzp’er wordt gezien.”
Uitspraak in Deliveroo-arrest
Niet alleen de Belastingdienst heeft kenmerken geformuleerd om te bepalen of er sprake is van een dienstverband. Ook de rechter heeft zich hierover uitgesproken in het zogenaamde Deliveroo-arrest en daarbij de volgende gezichtspunten benoemd:
Samenvatting van gezichtspunten vanuit het Deliveroo-arrest. Bovenstaande omstandigheden moeten in onderling verband worden bekeken om te bepalen of er sprake is van een arbeidsrelatie of zzp-opdracht.
“Deze gezichtspunten liggen in lijn met de eerder benoemde uitgangspunten van de Belastingdienst”, geeft Mark van de Laar aan. “Het onderdeel inbedding en organisatorische setting is hierbij wel een kenmerkend punt. Dit betekent dat wanneer er werk wordt uitgevoerd dat structureel binnen het reguliere werk past die een organisatie verricht, er al snel sprake is van een dienstverband. Maar ook: gedraagt een werkende zich als ondernemer? Als deze punten heel ruim opgevat gaan worden, zijn er behoorlijk veel zzp’ers aan de slag waarbij eigenlijk sprake is van een dienstverband.”
ZZP - ja of nee?
Een zorgverlener werkt voor een ziekenhuis en voert zorgwerkzaamheden uit die veel voorkomen. De zorgverlener bepaalt zelf het tarief en heeft aansprakelijkheidsverzekeringen. Het ziekenhuis heeft inspraak in de manier waarop de patiënten worden verzorgd en er gelden protocollen/instructies. De werkende heeft inspraak op zijn werktijden. Is er sprake van loondienst of zzp? Bekijk de gehele casus en het antwoord in de uitgave zzp – ja of nee?, van de Rijksoverheid op pagina 3. Hier vind je meer voorbeelden met uitleg.
Handhaving vanuit de Belastingdienst
De wet DBA is niet nieuw. De Belastingdienst gaat alleen vanaf 1 januari 2025 weer volledig handhaven op schijnzelfstandigheid. Dit zal niet met terugwerkende kracht zijn. Doel is schijnzelfstandigheid te bestrijden en meer zekerheid creëren op de arbeidsmarkt. “Wanneer er sprake is van schijnzelfstandigheid, kunnen er fiscale boetes en naheffingen worden opgelegd aan de werkgever. Ook voor de zzp’er heeft dit gevolgen, zo moeten zij de onterechte belastingvoordelen die ondernemers krijgen, terugbetalen”, geeft Christiaan Riemens aan. “In 2025 geldt nog een overgangsperiode van een jaar waarin de Belastingdienst werkgevers nog geen vergrijpboetes oplegt als zij aantonen maatregelen te nemen om schijnzelfstandigheid terug te dringen. Wel kan dan een lagere verzuimboete worden opgelegd.” Lees meer op de site van de Rijksoverheid.
Andere gevolgen
Christiaan Riemens en Mark van de Laar wijzen erop, dat er nog meer gevolgen kunnen zijn dan fiscale gevolgen: "Als er namelijk sprake is van een dienstverband, gelden de regels die daarbij horen, zoals bijvoorbeeld: doorbetaling van het loon bij ziekte en ontslagbescherming. Verder kan er sprake zijn van een verplichte pensioenopbouw. De gevolgen kunnen dus groot zijn."
Nieuwe wetgeving in de maak (VBAR)
Op dit moment wordt gewerkt aan aanpassingen van de huidige wet, met de wet VBAR (Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden). Deze moet meer duidelijkheid geven over arbeidsrelaties. “Er wordt in dat wetsvoorstel dieper ingegaan op wat er met ‘gezagsverhouding’ wordt bedoeld. Ook geeft de nieuwe wet duidelijker aan dat een zzp’er voor eigen rekening en risico werkt en minimaal 33 euro bruto moet verdienen”, legt Christiaan Riemens uit. De ambitie is dat de VBAR in januari 2026 wordt ingevoerd, deze ligt nu voor advies bij de Raad van State.
Samen verantwoordelijk voor arbeidsrelatie
De Belastingdienst geeft aan dat opdrachtgever en zzp’er samen verantwoordelijk zijn voor de arbeidsrelatie die zij met elkaar aangaan. “Het uitgangspunt is in principe loondienst, dus het moet voor alle partijen duidelijk zijn dat dit niet het geval is”, geeft Mark van de Laar aan. “Het is dus voor zowel werkgever als zzp’er belangrijk dat arbeidsrelaties goed in beeld worden gebracht.”
Mark van de Laar en Christiaan Riemens delen tot slot nog tips en onderstaand stappenplan van de Belastingdienst voor als je met zzp’ers werkt:
Handige tools:
Juridische risico’s nooit helemaal weg
“Hoewel bovenstaande tools en informatie meer duidelijkheid geven om de arbeidsrelatie te bepalen, dek je hier nooit alle juridische risico’s mee af”, geeft Christiaan Riemens aan. “Het is goed om te realiseren dat mensen die als zzp’er werken hier vaak bewust voor hebben gekozen. Ook werkgevers hebben vaak behoefte aan flexibiliteit. Blijf dus vooral met elkaar in gesprek om de juiste vorm te vinden die voor alle partijen passend is, binnen de kaders van de wet.”
Dit artikel is tot stand gekomen met dank aan Capra Advocaten.
Op de foto: Christiaan Riemens (l) en Mark van de Laar (r) gaven eerder deze maand een presentatie tijdens de 'miniconferentie flexibilisering arbeidsrelatie en zzp in zorg en welzijn', georganiseerd door Zorg aan Zet.